Energievoorziening en bereikbaarheid komen er bij de provincie bekaaid af
Economisch Forum vindt het coalitieakkoord Noord-Holland niet slecht, maar ziet wel een paar forse missers
Friso de Zeeuw, voorzitter Economisch Forum ‘Holland boven Amsterdam’. Het Forum behartigt de belangen van het bedrijfsleven in Noord-Holland boven het Noordzeekanaal
Vanuit het perspectief van het bedrijfsleven maakt het programma van het nieuwe provinciebestuur van Noord-Holland een positieve eerste indruk. Een paar voorbeelden: voldoende ruimte voor bedrijventerreinen (ook in de zware milieuklassen), terugdringen bureaucratie bij vergunningverlening, steun voor verduurzamingsopgaven en woningbouw buiten de ‘rode lijntjes’.
Voor ondernemend Noord-Holland biedt dit programma aanzienlijk meer houvast dan het vorige. We zien echter bij twee topprioriteiten van ondernemers ernstige tekortkomingen.
Te weinig geld voor investeringen in nieuwe infra
Aan de bereikbaarheid van de provincie wijdt de coalitie van BBB, VVD, GroenLinks en PvdA mooie woorden. Maar de bijbehorende financiële middelen stelen de politici onvoldoende ter beschikking. Voor beheer en onderhoud van de bestaande infrastructuur en bestaande projecten wordt structureel wel meer geld uitgetrokken. Prima, maar voor de aanleg en uitbreiding van nieuwe infrastructuur wordt pas vanaf 2027 (het laatste zittingsjaar van dit provinciebestuur) een schamel bedrag van € 0,5 mln. vrijgemaakt. Uitgaande van een optimistische afschrijvingstermijn van 50 jaar komt dat – zonder rente – neer op een investeringsbudget €25 mln. Daar kan je hooguit één tunnel onder het spoor voor aanleggen.
Wordt deze bestuursperiode de doorstroming op de Ring Alkmaar verbeterd, de ontsluiting van het WFO-terrein in het West-Friesland aangepakt en komt er schot in de drama-verbinding A8-A9, om drie voorbeelden te noemen? Wij hebben de grootste twijfels.
De lokale bestuurders in Noord-Noord-Holland hebben – samen met het bedrijfsleven – vorig jaar een plan opgesteld voor de noodzakelijke bereikbaarheid van de 40.000 nieuwe woningen die tot 2030 gebouwd gaan worden. Kosten: € 370 mln. Gaat het provinciaal bestuur meebetalen?
Filevorming op het energienet
De tweede tekortkoming in het collegeprogramma gaat om de energievoorziening. Economische ontwikkeling vraagt om een adequate (duurzame) energievoorziening. Wij zien echter een gebrekkige energie-infrastructuur en filevorming op het energienet die nog 7 tot 10 jaar voortduurt. Deze situatie is ronduit desastreus voor het ondernemingsklimaat. Bedrijven die willen uitbreiden, verhuizen of verduurzamen kunnen geen energieaansluiting krijgen. Ook woningbouwplannen en plannen voor vernieuwing van voorzieningen (onderwijs, gezondheidszorg; cultuur en toerisme) zullen stranden. Lokale duurzaamheidsinitiatieven komen niet van de grond, evenmin als – bijvoorbeeld – de aanleg van walstroom (verduurzaming van havens) en initiatieven in de agrarische sector.
Het coalitieakkoord stelt: ‘Wij stimuleren innovatieve oplossingen zoals energiehubs op bedrijventerreinen, buurtbatterijen het ontlasten van het elektriciteitssysteem door bersparing.’ Deze vrijblijvende formulering doet geen recht aan de ernst van de situatie. Hiermee gaan we het niet redden, te meer omdat de overheidsregie ontbreekt op dit dossier. Wij willen dat de provincie een leidende rol speelt bij de bestrijding van de energiecongestie, in samenwerking met de netwerkbedrijven (Liander en Tennet) en de ondernemersorganisaties. En daar ook financiële middelen voor uittrekt: € 25 mln. Om zo allerlei (innovatieve) overbruggingsmaatregelen mogelijk te maken.
Havens
Naast de twee hoofditems bereikbaarheid en energiecongestie, benadrukken wij de positie van de havens in de provincie (Den Helder, IJmond, Zaanstad, Amsterdam). Hun rol in de energietransitie is essentieel, onder meer bij wind-op-zee en de waterstof-logistiek. Dit vraagt een stevige inzet van het provinciebestuur, inclusief financiële middelen.
Belastingverhoging
Tot slot het volgende. Het provinciaal bestuursprogramma kondigt verhoging van de belasting aan. Het betekent dat we in Noord-Holland meer motorrijtuigenbelasting gaan betalen. De meeropbrengst voor de komende vier jaar van deze collegeperiode bedraagt € 183 mln. Daarmee blijft de provincie overigens de ‘goedkoopste’ van Nederland. Het georganiseerde bedrijfsleven stelde voor om de belastingverhoging gericht te besteden aan verbetering van de infrastructuur (mobiliteit, energie en digitaal). Dat gebeurt niet en dat zien wij als een gemiste kans.